Elkaar zien staan

Gemeente zijn is nog iets anders dan verdeelpunt, filiaal, winkel van genade of aanspreekpunt. Daartoe verwerden veel parochies de laatste tientallen jaren. De bewegingen vergrijsden, de fut was eruit en voor ontmoeting en ontspanning werd het aanbod diverser, aantrekkelijker en altijd maar professioneler… op een ander.
Zó kwam de dood in de parochie-pot. Godsdienst kwam bovendien in een ander daglicht te staan, in het schemer van “elk zijn gedacht” en “Ik moet het voor mezelf zien uit te vinden” – wat vroeger vanzelfsprekend was en mensen samenbracht, werd nu taboe en strikt privé.
En toch vraagt geloof om anderen, om plausibiliteit. “Zie maar, ik sta echt niet alleen”, “Wat ik voel en beleef, en dat waarvoor ik wil leven; dat wordt met massa’s van anderen gedeeld”, om uitdaging ook en een milieu waar dat “gedacht” van ons daad kan worden, vlees en bloed, werkelijkheid.
Dat was de inzet van enkele jaren terug, de slogan voor een werkjaar en het blijft een constante zorg.

Ons kent ons

Zó zou het moeten zijn, want vaak kennen we elkaar alleen van zien. Hoorden we elkaar nooit bezig en weten we hoegenaamd niets te zeggen over de man naast ons en het kind daar bij het ambo.
Om er iets aan te doen, nodigen we eigen mensen uit, de vrouw achter het ambo en de man die altijd met de schaal rondgaat, of, waarom niet, ook jou. Om te vertellen waar je mee bezig bent, professioneel, als liefhebberij. Hebben we twee vliegen in één slag: we horen iets plezant of interessant én we leren elkaar beter kennen. Dat de mannen van de kerk van de dingen des leven houden en dat grappige Frans echt wat meer in zijn mars heeft dan grappen en grollen.
We hoorden Erik Verstraete over Alice Nahon, Antoon van Gils over “De werf van de eeuw” en Christiane Dumez over “Godsbeelden bij vrouwen, vandaag”; maar eigenlijk hadden ze het ook over hun eigen passies. Dat was zo voor Alain Laridon, Octaaf Bollaert, Henk Verheyen, Piet Coucke en Paul Delmé.

Koffie

Een potje troost én gelegenheid om te klappen, over zuur en zoets, over wat je net hoorde, zorgen en verwachtingen…
Zeg nooit dat je er niet eens nood aan hebt.

  • elke eerste zondag, na de hoogmis, achteraan de kerk..
  • op dezelfde plaats op hoogtijdagen
  • alle andere zondagen in het Huis van de Parochie
  • gratis, inclusief melk, suiker en koekje
  • verzorgd door vrijwilligers en door ons allen gesponsord.

Generiek

Elke eucharistie in het weekeinde wordt voorafgegaan door “de generiek”; namen van al wie meewerkt: lector, cantor, organist, koor en poortwachter, predikant en acoliet. Je kan ook horen wie we in dit samen bidden vóór God brengen.
Kortom: stilaan komen de juiste namen onder de passende gezichten te staan.

Verjaardagen

Als je naam, adres en geboortedatum netjes invulde op het formulier van lidmaatschap, dan sta je mee opgeschreven in de computer van het parochiesecretariaat. Kan je van ons ook post verwachten, en kennen wij je verjaardag.
Aan het eind van de eucharistie (in het weekeinde) wensen wij je namens alle aanwezigen een zalig en gelukkig nieuw – jaar !

Parochieblad Kerk & Leven

Sinds enkele jaren “delen” wij de parochiale katern met O.-L.-Vrouw Middelares, onze buren.

Abonnement

Ben je nog geen abonnee ? Wacht dan op de eerstvolgende jaarlijkse herabonneringscampagne in november, of – als je echt niet kan wachten – neem contact op met de .

Ben je abonnee, maar heb je op woensdag geen parochieblad ontvangen ? Meld dat dan dezelfde week nog via Kerknet aan de uitgeverij. Als zij nog nummers in reserve hebben, sturen zij je een exemplaar onder omslag, en verwittigen zij de Post.

Redactie

Redacteurs van het parochieblad, dat zijn in principe alle betrokken parochianen. Heb je nieuws in verband met de parochie aan te kondigen, of heb je binnen de parochie iets meegemaakt waarover je graag verslag wil uitbrengen? Neem dan contact op met de .

Levende stenen


De hoeksteen is gelegd, en niemand legt een ander. Maar op die steen die Jezus is, wordt al eeuwenlang en aan één stuk door gebouwd. Al tientallen jaren zijn hier ter plekke mensen bezig, die er hun schouders onder staken, die leden aan hun kerk, die vochten voor wat zij “de goede zaak” wisten. Zij lieten zich voegen in de geestelijke Tempel, als levende stenen.
Hun namen staan op de wand die kerk van rest afscheidt. Mensen uit onze kerk hebben hen aangebracht, omdat ze voorbeeld waren, omdat ze hen inspireerden, omdat ze het uithielden.

  • Elk jaar, met Allerheiligen staan we bij hun namen en hun inzet stil.
  • Elk jaar kunnen er weer andere aan toegevoegd.