Alleman’s werk

Zó wordt liturgie omschreven; vertaald uit het Griekse: “Werk van heel het volk”. Maar toch, niet allen werken op dezelfde manier, of doen dezelfde taak, en, toegegeven, niet iedereen werkt even hard.

De “gewone” gelovige die hier wekelijks komt, de toevallige passant of de vrijwilligers die een vaste taak op zich nemen, één iets hebben ze wel gemeen: niet één van hen wordt betaald om wat ze doen.

Lector

zorgt dat het woord klinkt tijdens de woorddienst, bereidt de lezing voor, en leest ook de voorbeden. Hij of zij zit mee vooraan bij het ambo.

Poortwachter

zorgt voor het warm onthaal, de uitgestoken hand, de juiste informatie en de noten bij de woorden (als er in de dienst gezongen wordt).

Praktische problemen kan je met hen bespreken.

Acoliet

is de dienaar bij het altaar, die voor de gaven zorgt: die moeten in de juiste volgorde bij de tafel worden gebracht, precies op het gepaste ogenblik, ze ruimen mee het altaar op, ze begeleiden vaak de priester, al of niet met licht en wierook.

De wieroker draagt het vat aan bij de lezing van het Evangelie, omringt priesters en lectoren én het volk met wierook bij de bereiding van de gaven, bewierookt de hele, lange tijd dat het hooggebed duurt.

Ze zorgen ook voor de bel, de schel, de ratel en nee,… aan de wijn zitten ze niet.