Een boetiek in ’t stad ? Inderdaad.
En een dokter of advocaat; die hebben daar misschien wel behoefte aan: aan een visitekaartje.
Maar een parochie ?? Geen haar op m’n hoofd dat eraan dacht dat parochies zoiets konden gebruiken.
Maar wat blijkt ? We hebben er allemaal eentje gekregen op het feest van Theresia. Tijdens de hoogmis. Mét verduidelijkingen. Want de slagzin, de slogan ging met de meeste aandacht lopen.
“St-Theresiaparochie-Berchem” hoeft voor ons geen uitleg.
“Leren wat geloven met je doet” misschien wel.
De beide horen natuurlijk samen. Wij vormen met z’n allen een gemeenschap van gelovigen in Berchem. Een lerende gemeenschap. Geen groepje voor alleen maar intellectuelen, geen geleerd gezelschap, zelfs geen club van afgestudeerden.
Nee, wij zijn met z’n allen leerlingen, niemand uitgezonderd. Niet min maar ook niet meer. We zijn op weg. En reizen is altijd leren.
Al doende.
Je leert wat liefde is door erin ondergedompeld te worden, meegetrokken door de ander.
Je leert haten door toe te geven aan dat gevoel dat je overvalt.
Je leert hopen wanneer de situatie zo vastgelopen zit, dat je alleen nog maar wilt roepen, schreeuwen om bijstand en erbarmen. Tot je al schreeuwende blijft schreeuwen, al roepende blijft roepen op hoop van zegen.
Zoiets. Geloven is overvallen worden door een Ander die je aantrekt. ’t Is bezwijken voor Z’n charme, ingaan door nieuwsgierig te worden en vragen te stellen en het houdt niet op. Je gaat Hem vertrouwen, je wil Hem bij alles betrekken. Je rekent op Hem. Je laat je zelfs door Hem in vraag stellen en vindt het normaal dat Hij ook rekent op jou. Dat Hij jou in vertrouwen neemt.
Dat alles overkomt je zómaar, gewoon… door het te doen. Door stap na stap wat dichter, dichterbij te schuiven. Door toe te laten dat “iets” aan jou gebeurt dat jezelf verwondert. Dat kunnen we van Theresia leren. En daar ging het ook over in de homilie, zondag.
Sint Theresia-Berchem. Leren wat geloven met je doet. Want geloven is een doe-woord, een leerproces en dat doe je in groep, met anderen.
Met één ander tegenover jou, met een aantal die samen dezelfde kant opgaan. Met de Ander die daardoorheen met ons bezig blijft.
We leren van elkaar. Er zijn geen meesters die niet zelf leren, geen hulpverleners die nooit zelf hulp behoeven, geen mensen die geholpen worden van wie de anderen niets kunnen opsteken.
We leren dag in, dag uit. Van het morgen- en avondgebed. Van de dagelijkse Bijbellezing. Van de dagelijkse én zondagse homilie. Van de gebedsintenties uit de doos. Van de gesprekjes voor en na. Van de ziekenvesper elke maand, de film op Paaszaterdag. De sterke dagen vóór Pasen, de vastenbijeenkomsten, luisterliederen en gedichtjes in de vernieuwde misboekjes. Op de vergaderingen van de werkgroepen, van de mensen die we de communie brengen, die we meenemen per auto naar en van de kerk, van de huisbezoeken en van het ziekenhuisbezoek, van de parochieuitstap, de boekenverkoop, de missiewerking. We leerden spreken met mensen die we niet zo goed kennen of dat probeerden we toch, we worden ertoe aangezet bij de koffie na elke hoogmis of rond de soeppot in het Huis van de Parochie. We leren zelfs van de dank van die ene die verbaasd stond te kijken hoe netjes de kerk erbij lag of hoe warm er hier in de winter wordt gestookt. We leren van de stille mis op zondagavond en van de feestelijke sfeer en orgelklanken op andere momenten. We leren elkaars namen door het applaus bij verjaardagen. Elkaars miserie bij het ondertekenen van de kaart voor zieken. We steken heel wat op bij de wekelijkse “studiedag” op donderdag als we samen zoeken naar zin uit Bijbel en traditie. We leren zingen in onze parochie, én bidden; elkaar niet ontlopen leerden we ook en we blijven maar…leerlingen. Daarom; we leerden ook om elkaar om vergeving te vragen. We leren wat liturgie betekent, wat dopen en gedoopt worden inhoudt. Als iemand over “een lege stoel” spreekt, dan denken we ongewild aan die vele lege stoelen die we al jaren bij het altaar zagen staan in de hoogmis. En we denken aan de velen die alleen nog in ons hart met ons-zijn.
We leren verwonderd omzien naar elkaar, naar onszelf en naar dit, ons samenzijn. We leerden doorheen dit alles nederig te zijn, want als die anderen hier niet waren, met hun dankbaarheid, hun talenten en hun nood, dan had ik hier nooit iets geleerd.
d.p.