Lang niet meer “uit den bloeyenden wijngaard”. Niet langer helemaal alleen, om herder te zijn, maar weldegelijk begaan met de in en de uit: dat elkeen hier z’n eigen stek mag vinden, z’n eigen zelf mag ontdekken, mag worden waartoe hij/zij geroepen is binnen het geheel. En dat dit geheel mag dienen, ook jou ten dienste mag staan.
Waren hier pastoor:
Medepastores (of parochievicarissen zoals dat tegenwoordig heet) waren talrijker, vaak begaan met een of ander deelaspect. Eigenlijk zijn alle karmelieten die hier woonden dat, op de een of andere manier geweest.
P. Piet Coucke en P. Paul Delmé zetten die lijn nu verder.